top of page

"Zijn zussen 
hebben hem 
gered"”

- Alima, moeder van Tales -

“Als Tales zijn zonnebril opzet en vol passie begint te zingen en dansen kan mijn dag niet meer stuk. Hij brengt meteen een vrolijke sfeer in huis. Het was ooit anders …"


“Ik merkte al snel dat Tales veel trager groeide dan andere boorlingen.  Hij had zwakke spieren en reageerde nauwelijks als ik contact met hem zocht. In het ziekenhuis vertelden ze mij dat zijn hoofd en ogen er wat anders uitzagen dan bij andere kinderen. Maar niets meer. Ik was bezorgd om hem. Ik wou dat hij snel aansterkte en goed begon te groeien. Ik gaf hem dure medicijnen voor zijn ogen, masseerde zijn lichaam met speciale zalven en kocht heel veel vitaminerijk fruit voor hem. Dit was een zware financiële last voor ons gezin, maar we wilden hem absoluut beter maken. Elke ochtend legde ik hem in een teil met ijskoud water in de hoop dat z’n spieren hierdoor sterker zouden worden.” 

“We deden alles wat we konden, maar niets bleek te helpen. Hoe kon dit? Ik raakte heel zwaar ontmoedigd en begon te geloven dat mijn schoonfamilie hem betoverd had. Ik kreeg ruzie met mijn man hierover. Anderen vertelden me dat de zware bomexplosies tijdens de aanvallen van de rebellen Tales hadden misvormd toen hij nog in m’n buik zat. Ik wist me echt geen raad. Ik had alle hoop verloren.” 


“Ik kon het financieel niet langer aan om thuis te blijven. Ik moest gaan werken om de rest van mijn gezin te onderhouden. ’s Morgens legde ik Tales in een teil en deed de deur op slot. Ik ging een hele dag uit werken en dacht “Als God hem wil komen halen, dan mag hij”. Het is misschien moeilijk te begrijpen, maar als ik ’s avonds thuis kwam, hoopte ik hem levenloos terug te vinden. Echt waar. Zo radeloos was ik. Ik had Tales verbannen uit mijn hart. Ik was nochtans zijn moeder… Nu voel ik me daar heel schuldig over, maar toen zag ik geen andere uitweg. Maar Tales was dus toch sterker dan gedacht, en bleef in leven.” 

“Zijn oudere zussen hebben de zorg over Tales toen overgenomen. Ik kon niet meer. Tales heeft zijn leven aan zijn zussen te danken. Ze wasten zijn kleren, verzorgden hem, waakten ’s nachts bij hem.  Daar ben ik hen nu heel dankbaar voor.” 

“Pas toen Tales een half jaar oud was, kreeg ik voor het eerst te horen dat hij het syndroom van Down had. Dit kende ik helemaal niet. Ik kreeg er meteen ook de boodschap bij dat we niets konden doen om van hem een “gewone” jongen te maken. Hij had een aangeboren afwijking. Dit moesten we gewoon aanvaarden.  Zoals veel mensen met dit syndroom, bleek Tales ook problemen met zijn ogen te hebben.” 


“Toen Tales 7 was, heb ik hem ingeschreven op school. Hij heeft z’n jaar drie keer overgedaan en werd zwaar gepest door zijn klasgenoten. “Debiel” riepen ze hem steeds maar toe. Thuis was hij hierdoor gestresseerd en agressief.  Op een dag vroeg de directeur ons om Tales niet meer te sturen. Het had geen zin meer volgens hem. “Denkt u echt dat uw kind hier nog iets kan leren?”.  Met tegenzin hielde we hem thuis. Maar overdag liep hij weg en begon rond te dolen op straat. Ook daar werd hij opnieuw gepest.”

“Via een kennis zijn we vorig jaar dan in contact gekomen met de Ecole de Vie van de Broeders van Liefde. Ik vroeg me af of het wel nog zin had om Tales naar school te laten gaan. We hadden al zo veel uitgeprobeerd, maar telkens draaide het op niets uit. Mevrouw Anne Marie van de Ecole de Vie toonde me enkele andere jongens en meisjes met het downsyndroom en wist me helemaal te overtuigen. Ik zag hen koken, de was doen, ze leerden tellen... We konden Tales dus toch nog heel wat aanleren? Hij zou later heel wat dingen zelfstandig kunnen doen? Dat gaf me opnieuw hoop!” 

“Tales gaat nu al enkele weken naar de Ecole de Vie. Hij is heel trots om elke dag z’n schooluniform te kunnen aantrekken zoals de andere jongens uit de buurt. Hij is veel rustiger nu. Zijn woedeaanvallen blijven uit. Dankzij zijn fantastische meester Patrick heeft zijn zelfvertrouwen een gigantische boost gekregen. 

Op een dag ruimt hij bij ons thuis spontaan de tafel af en maakt die schoon. Daarna begint hij de afwas.  Zijn zussen en ik vallen bijna van onze stoel. Zoiets had hij nog nooit gedaan. “Waar heb je dat geleerd?”, vroegen we hem. “Op school!”.  


Tales voelt zich echt goed in zijn vel nu en vindt het geweldig om zich nuttig te kunnen maken. Prachtig om zien hoe hij nu helemaal open bloeit.”  

“Voor mijzelf, als moeder van een kind met downsyndroom, is het ook ongelooflijk belangrijk dat ik hier eindelijk mijn verhaal kan delen met andere ouders. Ook zij hebben vaak een zwaar en hobbelig parcours afgelegd voor ze in de Ecole de Vie terecht kwamen. En ook nu kunnen we nog heel wat van elkaar leren. Ik mocht vorige week mijn persoonlijk verhaal brengen tijdens een groepsactiviteit van de ouderraad. Ik hoop dat deze getuigenis andere ouders zal overtuigen om hun ervaringen te delen en te doen beseffen dat ze er niet alleen voor staan.” 


“God zal wel de toekomst van Tales bepalen. Maar ik probeer er alvast voor te zorgen dat hij zich goed voelt in ons gezin, net als zijn zussen. Ik heb me op een bepaald moment helemaal afgesloten voor hem. Maar nu voel ik opnieuw heel veel liefde. Ik wil hem niet meer kwijt.” 

 

bottom of page